Vlaamse schuur

Laatst bijgewerkt: 05-05-2025


Definitie

Een Vlaamse schuur is een historisch schuurtype dat vooral voorkomt in Noord-Brabant en de Belgische provincie Antwerpen, gekenmerkt door een zijdelingse doorrit (langsdeel) en vaak een asymmetrische dakvorm met lage buitenwanden.

Omschrijving

De Vlaamse schuur, ook wel Kempische schuur genoemd, is een type agrarisch gebouw dat los staat van het woongedeelte van de boerderij. Kenmerkend is de aanleg met een 'langsdeel' of 'langsdeelschuur', wat inhoudt dat de doorrit voor wagens zich aan één zijde van de schuur bevindt. Dit in tegenstelling tot schuren met een middendeel. Om met volgeladen wagens naar binnen te kunnen rijden, heeft de Vlaamse schuur vaak een of twee hoge inrijpoorten in de korte gevels. De benodigde hoogte bij deze poorten zorgt voor een typische asymmetrische daklijn of een oplichting van het dak. De draagconstructie wordt meestal gevormd door een asymmetrisch ankerbalkgebint. De schuur is vaak driebeukig, waarbij de middenbeuk dient als tasruimte voor hooi en stro, en de zijbeuken worden gebruikt voor opslag van werktuigen of als stalruimte voor vee. De buitenwanden waren van oudsher vaak opgebouwd uit vlechtwerk, vakwerk of zwart geteerde, gepotdekselde planken, hoewel latere exemplaren ook gemetselde muren kunnen hebben. Het dak was traditioneel met riet bedekt, maar vanaf de 19e eeuw kwam ook pannendekking voor.

Oorsprong en Verspreiding

De Vlaamse schuur vindt zijn oorsprong in het Vlaanderen van de 12e en 13e eeuw, voortkomend uit de behoefte aan ruime opslaggebouwen bij kloosters. Dit schuurtype verspreidde zich later naar individuele boeren en kwam vanaf de 17e eeuw ook voor in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Tegenwoordig komt de Vlaamse schuur vooral voor in Noord-Brabant en de Belgische provincie Antwerpen. Varianten en verwante types zijn te vinden in andere delen van Nederland en België, zoals de Kempische langsschuur, die verwant is aan de Brabantse langsschuur. De Vlaamse schuur mag niet verward worden met de Vlaamse dwarsschuur.

Constructie

De constructie van een Vlaamse schuur is gebaseerd op een houten asymmetrische draagconstructie, veelal een eenzijdig overstekend ankerbalkgebint, dat rust op een fundering, soms gemetseld. Dwarsgebinten worden met elkaar verbonden door gebintkoppelbalken, flieringen en een nokgording. Stabiliteit wordt verkregen door het gebruik van schoren. De schuren zijn meestal twee- of driebeukig uitgevoerd. Bij de tweebeukige variant maken de stijlen van de gebinten deel uit van de buitengevel. De gebintbalken steken aan één zijde door, vergelijkbaar met een ankerbalkconstructie, terwijl ze aan de andere kant op de gebintplaat liggen en boven de doorrit uitsteken. Dit maakt een zijdelingse doorrit mogelijk, zelfs in kleinere schuren.

Vergelijkbare termen

Schuur

Gebruikte bronnen: